Katten zijn van nature atletisch, razendsnel en intelligent. Maar als ze jong zijn, moeten die aangeboren talenten nog wel worden aangevuld met inzicht en ervaring. Het gaat niet allemaal vanzelf. Zo is het handig als moeders even voordoet hoe je geluidloos een vogel besluipt. Of hoe je een boom ingaat en vooral ook eruit. En dan nóg kom je als kitten steeds weer nieuwe dieren, situaties en dingen tegen die je moet leren inschatten. Bijvoorbeeld een trappenhuis.
Ons huis beschikt over een ruim trappenhuis met balustrades. Heel mooi. Onze katten zijn er ook dol op, al sinds de eerste dag dat ze hier als kittens rondsnuffelen. Lekker naar boven stuiven en dan je zus gaan uitdagen tussen de staanders van de balustrade door. ‘Pak me dan, als je kan…’.
Dekbed
Op een dag had ik het dekbed over de balustrade gehangen. Dat was voor de poesjes iets té leuk. Terwijl ik aan het werk was, hoorde ik ineens een doffe klap. Foute boel: kitten Aaf stond beduusd op de onderste treden van de trap. Ter hoogte van het dekbed naar beneden gedonderd. Ze liep een beetje mank, maar de schade leek mee te vallen. Toch voor de zekerheid even naar de dierenarts en foto’s laten maken. Niets te zien.
Een aantal dagen later tijdens het spelen een enorm gekerm, en daarna rust. Alsof er iets in dat lijfje –met veel pijn – weer op z’n plek geschoten was.
Geleerd
Na deze ervaring heeft Aaf nooit meer zo onbevangen in het trappenhuis gespeeld en laat ze het uit haar hoofd om op de balustrade te springen. Ikzelf heb er ook iets van geleerd: ik hang geen denkbed meer op in het trappenhuis: je moet het lot en de poesjes niet tarten.
Maar zou poes Eef ook iets hebben opgestoken van de val van haar zus?
Dat lees je in deel 2 van De val.