Vergeet alles wat je weet van bange, woeste of furieuze katten. Deze kat is erger.
Vergeet alles wat ik je ooit heb verteld over mijn furieuze kat Storm. Vergeet hoe de dierenarts mijn Storm ‘rampkat’ noemde omdat ze bijt en klauwt als ze alleen het reismandje al zíet. Vergeet het witte litteken op mijn rechterpols waar ze zich ooit in heeft vastgebeten. Vergeet het.
Het kan nog veel erger!
Kun je je de vechtscènes van the Matrix nog herinneren? Daar deed mijn kat Tony me aan denken bij de dierenarts. In blinde paniek, met een staart als een kerstboom, rende hij in de behandelkamer over de muur en deed vervolgens een poging om door een (dichte!) ruit te springen. Hij haalde daarbij onze armen zo erg open dat dikke druppels donkerrood bloed op de grond spatten.
Met zijn vieren – twee artsen en twee ervaringsdeskundigen – hebben we het geprobeerd, maar pas na een half uur is het gelukt om Tony te vaccineren. In zijn bil. ‘Dit heb ik nog niet eerder meegemaakt’, zei de dierenarts. Ik ook niet.
Nachtmerries
Met woeste gromgeluiden en gekrijs maakte Tony duidelijk dat we de rest van de poezen-APK er maar beter bij konden laten zitten. Op het lijstje stonden nog vlooiendruppels en wormenkuur. Dat moet ik binnenkort thuis weer proberen. Ik heb er nu al nachtmerries van.
‘Hij is goed op gewicht, voor zover ik dat heb kunnen beoordelen’, merkte de dierenarts grappig op. Ik haalde weinig geamuseerd mijn pasje door het pinapparaat.
Rampkat 3.0?
Zijn er meer mensen gezegend met zo’n rampkat? Hoe pak jij het aan? Laat het me weten!