“… oh, maar dan moet u Mickey hebben!”, zei de kattenverzorgster met volle overtuiging na mijn beschrijving van de “ideale kat” gehoord te hebben.

Ik had nog maar net de parterre in mijn ouderlijk huis betrokken, en vond dat een eigen thuis niet compleet was zonder kat. Op mijn kleine éénkamerappartementje, dat ik drie jaar had bewoond, waren geen honden of katten toegestaan en ik had mijn grappige, sprekende parkietje helaas moeten laten inslapen, net vóór ik terugkeerde naar mijn ouderlijk huis.

Nog maar nauwelijks ingericht en gewend aan mijn nieuwe ruimte, was ik een maand na mijn intrekken met mijn moeder in een taxi gestapt richting Haags dierenasiel. De taxichauffeur vond ‘t wel een leuke afwisseling, zette bij aankomst zijn meter uit en ging gezellig mee naar binnen. Hij bleek ook een kattenmens.

Ik kwam voor een grote rooie kater, maar die moest wel aan een paar eisen voldoen. Natuurlijk, ik had nu een riante tuin, een waar paradijs voor elke kat. Maar ik wilde er ook wel wat gezelschap aan hebben. Het moest niet zo zijn dat ik een kat had, die ik alleen mocht voeren en verder nauwelijks meer zag. Grote rooie katers waren op dat moment dun bezaaid. De enige aanwezige toonde vreselijk nerveus, helemaal niet wat ik voor ogen had. Verschillende poezen probeerden mijn aandacht te trekken – al die pootjes door de tralies! Maar ik wist zeker dat ik deze keer een kater wilde.

Na een poosje aandachtig naar mijn wensen en mogelijkheden te hebben geluisterd, liep één van de kattenverzorgsters die ons te woord stond, een kordate, jonge meid, vastberaden naar een kooi die ik me niet eerder kon herinneren, hoewel ik er toch langs was gekomen. Ze opende het deurtje en sleepte er een slaperig, zwart-wit eind kat uit en hield die trots omhoog: “Dit is Mickey”.

Mickey’s kaartje las:

Mijn naam is Mickey Nr 6653 I
Datum binnenkomst 15-09-’92
Leeftijd 10-06-’91 Ras EKH zw/w
Poes / Kater Gester. / Gecastr.
Zwerf / afstand / retour

Binnenboel = nix aan.

Buitenboel = héél interessant!!

Nee, ik zal niet de hele dag buiten zijn, dat beloof ik u, want ik wil u óók nog wel ‘es zien… of de hond, want die vind ik wel leuk. Maar in de tuin kan ik rennen en gek doen, en binnen gaat dat gewoon niet…

NIET BIJ KINDEREN (KLEINTJES)

moet buiten kunnen, wordt binnen gek.
op camping alles o.k. is zindelijk, kan alleen zijn bij honden.
niet bij kind.

Dat klonk als een voorbeeldige kater! Wat was er zo “mis” met Mickey dat hij na een jaar al in een asiel was beland? Hij zou agressief zijn, hij beet, wist de verzorgster te vertellen. Ik kon me dat niet voorstellen, zoals hij daar gelaten in de armen van de verzorgster hing, zonder tegensputteren of worstelen. Ik wierp een blik in die prachtige groene ogen en het was liefde op het eerste gezicht. Dit was mijn kater. Het was het begin van een vriendschap die 17 jaar zou duren.


Dit artikel is 8.114 keer gelezen | Geschreven door

Over de auteur

schrijvend redacteur
Google+

Ondernemende schrijvend redacteur met taal en tekst in de genen, een grote liefde voor boeken, een passie voor online media, een onderzoekende geest, een uitgesproken mening en 't hart op de juiste plek.