De instructies van het asiel waren duidelijk: laat de kat eerst 10 dagen binnen wennen vóórdat je hem – onder begeleiding – naar buiten laat.

Mooi gezegd. Goed plan. Maar dan kenden ze duidelijk Mick nog niet (goed). Kanjer Mick móet naar buiten. Laat daar geen twijfel over bestaan. Mick houd je niet binnen. Wil je het proberen? Maak dan je borst maar nat, want dan wordt het een kwestie van wie de langste adem heeft. En zo kort als ik hem in huis had, één ding werd me al heel snel duidelijk: Mick was zo mogelijk nog koppiger dan ik. En dan moet je van goede huize komen!

Vanaf het moment dat Mick de tuin had gezien, wilde hij eigenlijk nog maar één ding. Maar die instructies dan? Wat zou er gebeuren als ik hem inderdaad naar buiten liet? Zou hij verdwalen? Zou hij weglopen? Zou hij zijn nieuwe huis wel terugvinden? Deze vragen en meer besprak ik met mijn moeder, die als onze bovenbuurvrouw natuurlijk extra begaan was met ons. We hadden ooit een mooie zwart/witte poes via Kattenzorg in huis gehaald, die op de warmste dag van het jaar maar één ding wilde: eruit! Terug naar Kattenzorg. Na een hele dag opgesloten te hebben gezeten in ons eigen huis hebben we haar terug moeten brengen. Zo’n ervaring wilden we niet nog eens.

Bovendien grensde onze achtertuin aan een flink schoolplein, dat – met een beetje fantasie en lef – te benaderen was via het dak van de fietsenstalling, die evenwijdig aan onze schutting was opgesteld. Het schoolplein was aan de straatkant afgesloten met een groot traliehek, waar katten gemakkelijk doorheen konden. Toen ik nog boven bij mijn ouders woonde, hebben we geamuseerd menig kat door dat hek zien verdwijnen. Ik was dus niet voor niets terughoudend. Maar Mick liet zich geen “nee” verkopen en dus moest er creatief gedacht worden.

Je mag naar buiten, maar dan moet je wel een bandje om.

Geen probleem, kneep Mick me toe. Op naar de dierenwinkel dus. De keuze was uitgebreid, maar voor mijn stoere nieuwe vriend voldeed maar één ding: een

Mick showt z'n rode bandje, augustus 2005

stoer rood leren bandje mèt kokertje – daar was het immers om begonnen. Het chippen van je huisdier was toen nog niet in zwang. Eenmaal thuisgekomen priegelde ik uitgebreid mijn contactinformatie op het achterlijk kleine papiertje, dat in het kokertje hoorde. Mick reageerde goed op zijn nieuwe bandje, vooral toen ik het omdoen ervan begeleidde met jubelgeluiden hoe mooi en hoe stoer hij eruit zag met zo’n bandje. Het werd zijn favoriete tenue en in de loop van onze jaren samen zorgde ik regelmatig voor nieuwe bandjes, al vond ik het soms wel wat jammer dat ze zijn nek kaal maakten. Mick was er altijd blij mee.

Een tuigje ging me wat te ver, al had ik het wel zien hangen in de dierenwinkel. Prijzig ook. En aangezien het toch ging om een tijdelijke begeleiding, dacht ik te kunnen volstaan met een lang touw aan Micks bandje.

Nou jongen, daar gaan we dan. Dit is jouw tuin.

Mick gaf me nog zo’n blik van “schiet toch op, mens”, bedacht zich geen moment en dook vol in een bossige border. Geen probleem dacht ik, terwijl ik het touwtje vanaf het terras iets liet vieren. Ik had mijn huiswerk gedaan en de omvang van de tuin opgemeten. Me realiserend dat een kater als Mick de ruimte nodig zou hebben had ik voor een flink lang touw gezorgd, en dat gewoon aan  een oogje van zijn bandje geknoopt, waar het stomme belletje had gezeten, waar ik Mick geen plezier mee deed en ik er onmiddellijk af had gesloopt. Met een tevreden glimlach volgde ik het geritsel in de struiken. Ik zag Mick niet meer, maar kon ongeveer horen waar hij was. Tot het stil werd.

Mick?

Geen antwoord. Vreemd. Daar was hij nou juist altijd zo braaf in. Ik trok voorzichtig aan het touw, dat behoorlijk vast zat. Als daar een kater aan het eind zat, was dit wel een hele sterke. Ik begon het touw te volgen… het bleek kris-kras door de tuin te lopen, om door struiken heen, om boomstammetjes heen gedraaid… Tot ik mijn doel bereikte: het eind van het touw. Maar wie schetst mijn verbazing toen dat geen zwart/witte kater bleek te zijn, maar een rood bandje – mèt kokertje. Op het moment dat ik opkeek, zag ik Mick over het dak van de fietsenstalling voorbij lopen, alsof hij nooit anders had gedaan… De heerser over een nieuw territorium.

 

St. Mick

Kater Mick was mijn beste vriend van 30 oktober 1992 tot 23 november 2009. Hij is 18 jaar geworden. Ik maak dankbaar gebruik van dit weblog om het verhaal van een 17-jarige vriendschap met deze bijzondere zwart/witte kater te delen.


Dit artikel is 4.633 keer gelezen | Geschreven door

Over de auteur

schrijvend redacteur
Google+

Ondernemende schrijvend redacteur met taal en tekst in de genen, een grote liefde voor boeken, een passie voor online media, een onderzoekende geest, een uitgesproken mening en 't hart op de juiste plek.