Ah, daar hoor ik eindelijk de slaapkamerdeur. Ik geef een gil en ren snel naar boven en kom mijn verzorgster tegen in de badkamer. Daar vertel ik aan haar dat ik naar buiten wil en vraag of ze de achterdeur open wil doen zodat ik van mijn wens werkelijkheid kan maken.
‘Hey, daar ben je weer’, zegt ze,’ heeft het poesje lekker geslapen?’
Wat een rare vraag en ook in het geheel niet toepasselijk. Ik geef drie kopjes tegen haar been om mijn vraag kracht bij te zetten. Het is, tenslotte, van enorm belang dat ze die deur open gaat doen voor mij.
‘Ik heb best goed geslapen hoor’, zegt de verzorgster,’ graag nog zo’n nacht en ik kan er weer even tegen’. Wat een slap geouwehoer zeg, wat moet ik nou met die informatie? Ik wil naar buiten, en wel nu. Wat gaat ze nu doen? Ze zet het stromend water aan. Wat een verspilling van kostbare tijd. Ik had allang buiten kunnen zijn. Ik kijk haar aan en vertel dat ik het hier niet mee eens ben.
‘Wat ben je praterig deze ochtend’, zegt ze,’ heb ik gisteren per ongeluk kwebbeltjes in je bakje gedaan in plaats van brokjes?’ Ze lacht om wat ze zegt, ik snap er niets van. Dan krijg ik een lekkere knuffel, dit gaat de goede kant op. Toch gaat ze onder het water staan. Dat was dan weer niet de bedoeling. Ik weet het goed gemaakt, ik ga hier liggen en zal haar indringend aankijken. Dat zal haar leren.
‘Wat gezellig dat je er lekker bij komt liggen, wat een leuk poesje ben jij toch. Ik moet nog even mijn haren wassen hoor, dan kom ik jou weer knuffelen’. Oh, eerst gaan we nog knuffelen, lekker, daarna ga ik naar buiten. Toch? Je doet dan toch de deur open voor mij?
Ik ga maar eens op een andere plek liggen want dit duurt maar en duurt maar. En ik ben helemaal niet een ongeduldig tiepje als de dingen die ik wil maar snel gebeuren. Ah, ze komt onder de douche vandaan.
‘Vandaag maar een t-shirt is het niet, poes? Wat een lekker weertje is het vandaag, jij wilt vast wel naar buiten.’ Kijk, nu gaat het ergens over. Ik beaam direct dat naar buiten gaan op mijn agenda staat.
Endelijk zijn we dan beneden en gaat de deur open. Wat heeft dat lang geduurd, ik ga er een dezer dagen een klacht over indie…. He! Een vlinder!