En weer ging het mis. Ok, ik was gewaarschuwd, maar toch kwam het nog als een volslagen verrassing. En nee, niet eentje van de plezierige soort. Floris kon weer niet plassen.

Na de blaasgruis-operatie een paar maanden eerder had de dierenarts al aangegeven dat het, ondanks het speciale dieetvoer, nog een keer kon gebeuren. Brits korthaar, kater… Bepaalde rassen zijn er nu eenmaal gevoelig voor en dat meneer zijn ballen nog fier droeg, was een extra risicofactor. Maar ach, Floris herstelde goed van de operatie. En al snel ging alles weer gewoon z’n gangetje. Tot die ene dag dus.

Deze keer had ik het meteen in de gaten. Maar toen ik z’n blaas voelde, schrok ik me rot: wat was die enorm opgezwollen! Uiteraard konden we direct bij de dierenarts terecht. Ook zij reageerde geschrokken op de omvang van de blaas. Het kon wel eens kantje-boord worden. Ze vreesde zelfs dat de nieren waren aangetast. Dat zou betekenen… Nee! Stop!

Ze ging meteen de operate voorbereiden. Enne oja, castreren was nu echt wel verstandig. Na nog een laatste knuffel met Floris ging ik met lood in mijn schoenen naar huis.

Eindelijk na wat een eeuwigheid leek, maar in werkelijkheid slechts een paar uur, kwam het verlossende telefoontje: Floris had het gered. De blaas was weer leeg van gruis, de nieren waren goed, maar meneer moest het in vervolg wel zonder z’n ballen stellen. Floris was nu dus officieel een ex-kater, een je-weet-wel-kater, een ‘geholpen’ kater, een…

Dat was even slikken. Geen kleine Florisjes in de toekomst dus. Kwam nog bij dat hij zonder die hormonenfabriekjes niet de prachtige brede kop zou krijgen die voor katers van zijn ras zo typerend is. Maar goed het belangrijkste was natuurlijk dat hij nog leefde.

Na twee hele lange dagen mocht ik hem of uh eigenlijk ‘het’, maar dat klinkt niet, weer ophalen. Hij had alles gedaan wat hij moest doen: plassen, poepen, eten en drinken. Het kwam wel weer goed met hem, al zou hij nog wel een paar dagen nodig hebben om volledig te herstellen. Bovendien moest meneer aan het nog strengere dieetvoer, want voorkomen was nu helemaal beter dan genezen. Dat bleek gelukkig geen probleem. Ik heb hem zelden zo gretig op z’n voer zien aanvallen.

Het is inmiddels een jaar later en het gaat prima met Floris. Geen idee wat hij ervan merkt, maar wat mij betreft zijn de gevolgen van de castratie heel positief. Hij is nog steeds stoer, maar zonder territoriumdrift, zonder oprijden tegen benen en armen en zonder agressieve buien. Sterker nog: meneer is er een stuk liever en speelser op geworden. En nee van een hangbuik of theemuts-model is geen sprake.


Dit artikel is 3.888 keer gelezen | Geschreven door

Over de auteur

In een vorig leven ongetwijfeld een kat. In het huidige leven bediende van rode ex-kater Floris. Bovendien moeder van een fantastische zoon en eigenaar van ZieZo! tekst&beeld, tekst en video met hart, ziel én inhoud.