Ooit kochten mijn ouders op Aruba een huis. Een huis met een redelijk stuk land eromheen. Een mooi huis, met lekker veel kamers en lekker veel ruimte. Ruimte voor katten. En het zal wel onder invloed van het feest zijn – dat ik niet vier – dat ik opeens aan het rijmen ben geslagen. Maar FYI, het is een true story!

De eerste 3 werden besteld, bij het plaatselijk asiel. Eentje was er zwanger, maar dat wisten we pas toen ze eenmaal beviel.

Op die mooie geboortedag in het seizoen van de regen. Ging het kattentrio gezellig, van 3 beestjes naar 7.

Mijn nichtje werkte bij een arts, die zorgde goed voor dieren. Ze nam wat zielige gevallen mee, ze waren met z’n 4’en.

Voeren deed mijn nichtje niet, dat deed mijn moeder zelf. Van een vrolijke 7, zat de tuin nu vol met 11.

Ik was er op vakantie, nam een kat van straat naar huis. Die voelde zich niet binnen, maar vooral op het dak erg thuis.

In de huiskamer liet zij zich dan ook niet zien, maar binnen of buiten onder of boven, nu hadden we er 13.

Nummers 14, 15 en 16 kwamen van de straat. We zochten nog de baasjes, maar daarvoor was het al te laat.

Dus kregen die een plekje bij de anderen van de groep. Voordat we dat bekeken hadden stond nummer 17 alweer op de stoep.

Ditmaal was het een grijze, een dametje met stijl en alle 16 anderen gingen voor haar charmes voor de bijl.

De laatste 3 van de meute, die verschenen op een dag. Mijn vader was de eerste die extra katten zag.

Heel blij werd hij er niet van, met zijn kattenallergie. Maar moeder hield haar pootstijf en ze bleven alledrie.

Twintig katten woonden gezellig op het land, renden speelden klierden en krioelden door het zand.

Nu meer dan 10 jaar later, is er nog maar 1. Een lieve rode kater die bleef heel erg alleen.

Ik heb met hem gesproken over een nieuwe kameraad. Maar hij vindt het wel goed zo en hoeft geen surrogaat.

De tuin is heel erg leeg nu en zonder kattengejaag. Maar de rekening voor voedsel ging wel heel fijn omlaag.

Dus!


Dit artikel is 4.570 keer gelezen | Geschreven door

Over de auteur