In mijn vorige blogs kon je lezen over Dilek, de kleine zwerfkat die ik acht jaar geleden vanuit Turkije heb meegenomen naar Nederland. Eenmaal in Nederland aangekomen bleek Dilek twee kittens in haar buik te hebben meegesmokkeld en na een aantal weken werden de poesjes Irem en Miep geboren. Miep verhuisde naar mijn ouders, Irem en Dilek bleven gezellig bij mij. Ruim zes jaar hebben ze samen doorgebracht als de dikste vriendinnen die je je maar kunt voorstellen. Totdat Dilek op een koude dag in november 2010 niet thuis kwam…

Dilek

Dilek

Op 9 november ging ik ‘s avonds naar bed terwijl Dilek nog niet binnen was. Dat gebeurde de laatste tijd wel vaker, blijkbaar genoot ze van het buitenleven. Ik vond het daarentegen helemaal geen fijn idee dat ze ‘s nachts buiten was, dus ik ben die nacht verschillende keren naar beneden gelopen om te kijken of ze al voor de achterdeur zat. Maar ze zat er niet. Ook toen ik de volgende ochtend -redelijk geradbraakt- het gordijn openschoof was de tuin leeg. En ook toen ik haar riep kwam ze niet tevoorschijn.

Met een ongerust gevoel ging ik die dag naar mijn werk, gelukkig was mijn vriend een deel van de dag thuis dus hopelijk kon hij Dilek binnenlaten wanneer ze terugkwam. Als ze terugkwam… Maar nee, ook die dag kwam Dilek niet thuis. En die avond ook niet. En die nacht ook niet. Ik was inmiddels ten einde raad en heb uren buiten rondgelopen, roepend en rammelend met een bakje kattensnoepjes. De tweede nacht heb ik geen oog dichtgedaan, steeds dacht ik haar te horen en dan rende ik weer de trap af om haar binnen te laten. Maar ze was er echt niet.

De daaropvolgende dagen werd ik steeds ongeruster en verdrietiger, waar kan zo’n beestje nou zitten? En waarom komt ze niet gewoon naar huis, naar haar warme mandje en haar dochter en haar eeuwig gevulde etensbakje?! Inmiddels merkte ik ook aan Irem dat ze haar moeder miste. Ze mauwde veel (nog meer dan normaal!), liep zoekend door het huis rond en schrok regelmatig ineens wakker waarna ze richting de achterdeur sprintte en uit het raam begon te staren. Vaak had ik het idee dat ze net als ik ‘spoken’ zag of hoorde: een kleine schim in de tuin, een beweging tussen de struiken, gemiauw op zolder. Maar het was steeds weer loos alarm.

Na vier of vijf dagen was ik bijna ziek van verdriet en ongerustheid, ik moést meer doen dan alleen rondlopen en -fietsen in de buurt! Ik ben asiels en pensions gaan bellen, stichting Amivedi, de dierenambulance, maar het enige wat zij konden doen was goed opletten bij binnengebrachte katten. Ook heb ik posters gemaakt, toen realiseerde ik me pas hoe belangrijk het is om duidelijke foto’s van je kat te hebben! De posters heb ik door de hele buurt opgehangen, maar er kwam geen reactie op.

O ja, toch wel trouwens: Een meisje van een jaar of tien uit de buurt belde dat ze Dilek had zien lopen. Ze wist het zeker! Met kloppend hart ben ik naar haar straat gereden en ik heb mezelf helemaal schor geroepen terwijl ik in de vrieskou rondliep. Ik zag een kat waarvan ik me kan voorstellen dat iemand die op Dilek vindt lijken – als je Dilek niet kent tenminste. Hij had dezelfde kleur vacht (net als de meeste cyperse katten), maar dit was een enorme kater met een dikke pluimstaart, niet mijn kleine Dilek met haar ‘rattenstaartje’. Wat een teleurstelling!

De dagen werden weken en de weken werden maanden, maar ik heb nooit meer iets van Dilek gehoord. Arme Irem had het er minstens zo moeilijk mee als ik. Ze at slecht, miauwde onophoudelijk en staarde avondenlang uit het raam. Ze miste haar mama en haar vriendinnetje en begreep -net als ik- niet wat er gebeurd was. Het heeft maanden geduurd voordat ze weer een beetje de oude werd. We hebben haar overigens maanden niet naar buiten gelaten nadat Dilek verdween, we waren doodsbang dat ze haar zou gaan zoeken! Pas in het voorjaar van 2011, bijna een half jaar na Dileks verwijning mocht Irem af en toe weer even buiten spelen. Ze bleef gelukkig in de buurt, als ik haar riep kwam ze direct aangerend dus dat stelde me wel gerust.

Toch heeft Irem me ook heel erg laten schrikken toen ook zij op een avond niet thuis kwam. Ik weet het nog precies, ik kwam ‘s avonds terug van de sportschool en wilde de achterdeur op slot draaien toen mijn vriend zei: “Wacht nog even want Irem is nog niet binnen”. Een vlaag van misselijkheid ging door me heen: dit was niet goed! Ik ben direct met een bakje kattensnoepjes naar buiten gegaan om haar te zoeken. Maar helaas, ik zag haar nergens en hoorde haar ook niet… Ik dacht dat ik gek werd, hoe kunnen nou twee katten in zo’n korte tijd verdwijnen?! En waarom precies mijn katten, alsof één vermiste kat nog niet genoeg was? Weer een slapeloze nacht volgde en de volgende dag was ik een compleet wrak, op mijn werk werd ik naar huis gestuurd Irem te gaan zoeken want in deze staat kon ik niet werken. En weer begon het fietsen door de buurt, roepend en rammelend met kattensnoepjes. En weer was het tevergeefs. Die avond na het eten (we hadden in de tuin gegeten met mijn schoonzus en zwager) besloten mijn vriend en zwager om toch nog een keer op zoek te gaan naar Irem. Ze deden het meer om mij gerust te stellen dan dat ze dachten dat ze Irem zouden vinden, maar je weet maar nooit…

Irem

Irem

Ze liepen wat rond in onze (nieuwbouw)wijk maar zagen nergens een spoor van Irem. Totdat ze ineens in de verte een kat hoorden mauwen, de kat leek te reageren op hun geroep. Ze liepen richting het geluid, het kwam vanuit een appartementencomplex dat in aanbouw was. En toen ze naar boven keken zat Irem daar! Op de vierde etage van het gebouw, waar niet eens ramen of buitenmuren in zaten, zelfs geen trap! Via verschillende steigers en bouwtrappen wist mijn vriend haar te bereiken. Gelukkig liet ze zich vrij snel pakken en samen klommen ze weer naar beneden en liepen ze terug naar huis. Ik had ondertussen geen idee van wat zich zojuist had afgespeeld, dus toen ik ze lachend aan hoorde komen liep ik ze tegemoet. Ik kon het wel uitschreeuwen van blijdschap toen ik zag dat vriendlief Irem in zijn armen had, en ze was helemaal ongeschonden! Huilend nam ik haar in mijn armen en op dat moment wilde ik haar voor altijd knuffelen en vasthouden. Irem vond haar avontuur overigens niet zo indrukwekkend, eenmaal binnen wandelde ze door het huis alsof er niets gebeurd was. Gelukkig maar :-).

Sindsdien is Irem een binnenkat, en ze vindt het prima. Als de buitendeur opengaat probeert ze niet eens te ontsnappen, ze vermaakt zich best in huis en ze lijkt nog meer te genieten van alle knuffels en aandacht dan ze eerst deed. En ik geniet ook meer van haar aanwezigheid dan ik eerst deed want ik weet dat een kat ineens uit je leven kan verdwijnen. Ik mis Dilek nog steeds heel erg, ik denk dagelijks aan haar en ik kijk nog steeds extra goed om me heen als ik in de buurt rondrijd. Ik weet dat de kans dat ze nog leeft kans heel klein is, maar zo lang ik niet zeker weet dat ze niét meer leeft, blijf ik hoop houden. Je leest weleens verhalen over een kat die na jaren weer wordt teruggevonden, wie weet is Dilek ook zo’n kat….

Rossi

Rossi

Hoewel Irem zich uiteindelijk best leek te vermaken in haar eentje leek het ons toch wel gezellig als ze een maatje had. In de zomer van 2011 gingen we daarom op zoek naar een katertje, en die vonden we in de persoon van Rossi. Over de komst van deze rooie wervelwind vertel ik in mijn volgende blog!


Dit artikel is 4.435 keer gelezen | Geschreven door

Over de auteur

Ik zal mezelf kort voorstellen: Wendy, 28 jaar, woonachtig in Utrecht, HR Assistent, aspirant-blogger. Maar genoeg over mij. Cattish gaat ten slotte niet om de baasjes, het gaat om de katten! Ik heb 2 katten, Irem (poes van 8) en Rossi (kater van ruim 1 jaar). Iedere kat is uniek, en ik geniet met volle teugen van die van mij. In mijn blogs vertel ik over hun avonturen.