Welk kattenmens kent het niet? Poes komt op schoot, lekker kopjes geven, spinnen en vervolgens draait ze zich ineens om zodat je tegen haar billen aankijkt. Met een beetje geluk steekt ze ook nog haar staart in de lucht en dan lijkt het net alsof ze zich aan je ‘presenteert’. Misschien niet ons idee van leuk, maar poes is op zo’n moment juist heel beleefd, ze kent de katten-etiquette goed.
Katten communiceren voornamelijk via geuren en herkennen elkaar ook op die manier. Katten die elkaar ontmoeten, zullen eerst aan elkaars neuzen snuffelen, dan aan de flanken. Als ze elkaar kennen, kunnen ze zelfs kopjes geven of langs elkaars flanken wrijven. Uiteindelijk zal een kat haar achterste aan de andere kat ‘aanbieden’, zodat die haar zeer geconcentreerde geur beter kan ruiken. Gelukkig hoeven wij als katteneigenaren niet mee te doen aan deze katten-etiquette!
En nog een hoofdstuk uit het katten-etiquette-boek: ‘Gij zult niet staren’. Bij mensen is het beleefd om elkaar in de ogen te kijken als we met iemand praten, maar voor katten geldt dat juist als onbeleefd. Staren kan namelijk bedreigend zijn voor katten.
Veel katten zijn gewend aan oogcontact met mensen en zullen ze het zelf ook in sommige gevallen opzoeken. Maar als je een wat bange kat hebt (of juist een agressie-probleem), dan is het beter om de kat niet te doordringend aan te kijken. Met je ogen knipperen en wegkijken is dan de juiste manier.