De Maine Coon: een zeer gewild kattenras, met een uiterlijk dat de show steelt. Lees mee over de fascinerende achtergrond van dit populaire kattenras.
De Maine Coon
De Maine Coon is afkomstig uit de Amerikaanse staat ‘Maine’ en er bestaan vele, interessante theorieën wat betreft de afkomst van het ras. Onder alle kattenrassen is de Maine Coon het grootste en in Nederland is het één van de populairste. Sinds 1976 is het ras Maine Coon officieel erkend in de Verenigde Staten en sinds 1983 in Europa.
Geschiedenis
Rond de staat Maine in Noord-Amerika, werden de eerste Maine Coon katten aangetroffen. Deze katten werden vroeger, tot het jaar 1980, ‘katten van Maine’ en ‘Coon Cat’ genoemd. Door druk van veel mensen in de VS en de familie Gangster (van cattery Scarborough), werd de naam veranderd in Maine Coon Cat. Inmiddels is het zo dat de Maine Coon in Maine de officiële Maine State Cat is.
Theorieën
Over het ontstaan van de Maine Coon zijn verschillende theorieën te vinden. Ik zal er enkele noemen.
De meest gehoorde theorie over het ontstaan van de Maine Coon is de theorie van Marie Antoinette en Kapitein Clough uit Wiscasset (Maine). Tijdens de Franse Revolutie lag er een schip klaar om Marie Antoinette te vervoeren naar Amerika. Maine was destijds onder grote Franse invloed, waardoor de keuze voor de hand liggend was. Marie Antoinette zou komen wonen bij de kapitein en zijn familie. De brieven die de kapitein schreef aan zijn vrouw om het huis klaar te maken, schijnen nog te bestaan. De kapitein had diverse dure spullen aan boord, waaronder zes Koninklijke langharige katten. Toen Marie Antoinette werd onthoofd, eiste niemand de spullen op. De katten die aan boord waren, bleven in Maine en worden daarom gezien als de voorouders van de Maine Coon.
Doordat de rassen Maine Coon en de Noorse Boskat veel overeenkomsten met elkaar vertonen, werd er gedacht dat de Vikingen een rol hadden in het ontstaan van de Maine Coon. Tevens werd er in de staat Maine een Noorse munt gevonden uit de regeerperiode van Olav de Kyrre. Dit versterkte de gedachte dat de Vikingen weleens invloed gehad kunnen hebben op het ontstaan van het Maine Coon ras.
Een andere theorie was dat een wasbeer een rol had gespeeld in het ontstaan van het Maine Coon ras. Rond de 17e eeuw werd er een verhaal verteld over een wasbeer die verliefd werd op een wilde boskat. De boskat kreeg ook gevoelens voor de wasbeer en zij kregen samen een nestje Maine Coons. Gedurende een lange tijd kwam de Bruin Gemarmerde Maine Coon het meeste voor en deze had qua uiterlijk veel overeenkomsten met een wasbeer. Deze Maine Coon had een verwilderd uiterlijk en een volle ‘geringde’ staart, net als de wasbeer. Hoewel de kruising tussen en kat en een wasbeer natuurlijk een fabeltje is, wordt de wasbeer in het Engels ‘Raccoon’ genoemd, mogelijk komt de naam ‘Coon’ hier vandaan.
Uiterlijk
Het kattenras Maine Coon heeft meerdere kenmerken die zijn uiterlijk zo bijzonder maken. De Maine Coon heeft een grote afmeting en een langharige vacht. Wat het ras zo uniek maakt, zijn de pluimpjes op de oren, een volle staart en kraag.
Maine Coons hebben twee soorten patronen: effen en tabby.
Bij een effen kat wilt het nog wel eens voorkomen dat er nog restanten zitten van de tabby patronen. Dit wordt ook wel ‘ghost’ marking genoemd en houdt in dat er vaag wat strepen kunnen zitten op de poten en soms ook op de kop. Ook kan er sprake zijn van een brilletje om de ogen. Met dit brilletje wordt de rand lichter gekleurd haar om de ogen bedoeld. Een zwarte effen kat heeft geen brilletje om de ogen. Een rode kat daarentegen is nooit effen, hij zal namelijk toch een tabby-patroon tonen.
De patronen tabby zijn er in verschillende soorten: mackerel tabby (cypers/gestreept tabby, tijger print achtig), gemarmeerd tabby (classic tabby; grote vlekken en een “bull’s eye” op de flanken), ticked tabby (alle haren hebben de streping) en spotted (de strepen of vlekken zijn onderbroken in vlekken).
Ook zijn er, naast de verschillende patronen, verschillende kleuren mogelijk. Een kat met als vachtkleur ‘smoke’ heeft een zilverachtige kleur vacht. Brown tabby is bijvoorbeeld een bruin/licht bruin kleurige vacht. Als de vachtkleur zilver bevat (ook wel aangeduid als ‘verdund’), dan is de kat in plaats van zwart juist blauw en brown tabby wordt dan blauw tabby. Poezen die meerdere kleuren bevatten worden torties genoemd. Dit staat ook wel bekend als lapjespoezen, als de vacht meerkleurig is met wit of schildpadpoezen als de vacht meerkleurig is zonder wit.
Een Maine Coon kat is rond een jaar of 3 – 4 volwassen en helemaal uitgegroeid. Dan pas is goed te zien hoe vol de vacht is. De ene kat zal sneller een volle vacht krijgen dan de ander. Ook is het nog van invloed welke seizoen het is, maar het hele jaar hebben ze veel haar.
Een bekend kenmerk aan het uiterlijk van de Maine Coon zijn de pluimen op de oren. Toch hebben niet alle Maine Coons dit. Dit komt doordat bepaalde foklijnen geen pluimpjes hadden/hebben. Daarnaast is het nog zo dat bij sommige vachtkleuren de pluimpjes minder zichtbaar zijn. De pluimpjes van bijvoorbeeld een oranje kat vallen minder op dan de pluimpjes van een zwarte kat. Sommige Maine Coons hebben een pluk haar áchter hun oor.
Het wil nog wel eens voorkomen dat Maine Coons een teen meer hebben aan een of meerdere poten. Het is mogelijk voor zowel aan de voor- als aan de achterpoten. Deze afwijking wordt polydactylie genoemd. Het is zeldzaam, maar komt bij Maine Coons veel vaker voor dan bij andere kattenrassen.
Karakter
De Maine Coon is een echte familiekat. Het is een kat die prettig in de omgang is, een open karakter, een groot zelfvertrouwen, intelligent, vriendelijk en een prettig humeur heeft. Maine Coons kunnen goed omgaan met mensen en andere huisdieren. Ze kunnen soms wat verlegen lijken, maar ook op late leeftijd zijn ze nog erg speels en houden van aandacht. Maine Coons zijn goede springers en kunnen daarom erg goed jagen.
De poezen hebben een typisch vrouwenkarakter. De poezen voelen zich sneller beledigd en kunnen wat humeurig zijn. Ze kletsen ook meer dan de katers. Toch verzorgen de poezen zichzelf beter en hoef je als baasje minder vaak te helpen bij het verzorgen van de vacht. De poezen zijn wel wat gereserveerder, maar houden alsnog van aandacht en zijn ook lief.
De katers zijn wat ondeugender en ondernemender. Ze zijn veel knuffeliger dan poezen en worden ook groter dan poezen. Toch houden ze zichzelf minder goed schoon, dus hier moet wel op gelet worden bij katers.
Maine Coons kunnen vaak aparte houdingen aannemen. Ze liggen of zitten vaak als een hond en liggen regelmatig op hun rug met de achterpoten naar een kant en de voorpoten de andere kant op. Verder houden Maine Coons van spelen met (en in) water en kijken ze graag TV.