Is het geen plaatje? Deze aaibaar uitziende pluizebol is een wilde katachtige, namelijk de manoel of Pallas’ kat.
Lelijke oren
Hij ziet er pluizig uit, maar vergis je niet: dit is een wilde kat en allesbehalve knuffelbaar. Hij is in de 18e eeuw ontdekt door Peter Simon Pallas. Zijn indrukwekkende Latijnse naam is ‘Otocolobus manul’, waarbij otocolobus ‘lelijke oren’ betekent.
Ruig
De manoel leeft in Centraal-Azië en moet flinke kou kunnen doorstaan. Daarom heeft hij een dikke, ruige vacht, kleine oortjes (tegen bevriezing) en een gedrongen bouw. Zelfs zijn voetzooltjes zijn behaard. Hij heeft korte pootjes en in combinatie met zijn lange haren lijkt het net alsof hij steeds over de grond sluipt. Vanwege zijn vacht werd en wordt hij veel gejaagd, ook al is dat nu in de meeste landen verboden.
Hazen
De manoel is ongeveer net zo groot als een huiskat, maar lijkt groter door zijn vacht. Hij is een goede jager en leeft van hazen, patrijzen en kleine knaagdieren. Hij kan niet goed rennen, zijn prooi vangt hij vooral door zijn goede camouflage. Met zijn grijzige vacht valt hij niet op tussen de rotsen en in het steppegebied.
Een poes krijgt één keer per jaar een nestje van drie tot zes kittens.
De manoel staat al sinds 2002 op de Rode Lijst van het IUCN als ‘bijna bedreigd’.