Leven met katten is vreselijk leuk. Maar leven met katten is ook een grote uitdaging soms. Op een goede manier hoor. Op dit moment heb ik er drie. En in mijn huis, is dat exact genoeg. Want nú al is mijn leven compleet verkat (nieuw werkwoord… wen er maar aan). Laat me je door een dagje heen lopen.

Wakker worden

ana1

Anastasia

Het is een normale werkdag. ‘s Ochtends vroeg rol ik mijn bed uit om keihard aan de slag te gaan. Dat rollen gaat minder soepel dan zou moeten. Nicolai – mijn Bengaal – ligt namelijk op mijn benen. Gefrustreerd door mijn pogingen om uit mijn bed te komen, zingt hij het nummer dat alle Bengalen kennen: Geïrriteerde miauw, in E-mineur. Beledigd en al zingend rent Nicolai voor me uit, het bed uit. Vanuit een donker hoekje komt ook Anastasia tevoorschijn, mijn levensgrote Maine Coon, die zich graag verdekt opstelt. In haar mandje miauwt Isadora zachtjes. Zij is de jongste en nog een kitten, maar zeer bereid tot een poging om net zoveel lawaai te maken als haar broer en zus.

Koffie

Dan de trap af naar beneden. Al lopend hijs ik me in mijn onesie en trek ik mijn oerzachte sloffen aan, op weg naar mijn eerste bakje koffie. Drie katten volgen mij de trap af. Dit hebben ze al eerder vandaag gedaan, want mijn vriend gaat al om 7 uur de deur uit en dan dansen ze met hem dezelfde ochtenddans. Maar, dat maakt ze niet minder enthousiast.

Terwijl ik wacht op mijn koffie wordt mijn uitzicht bepaald door drie katten. Hun volledige namen: Anastasia Morgaine Le Faye, Nicolai Gabriël Alexander en de kleine Isadora Catharina Elizabeth. Uiteraard heten ze meestal “bobje”, “droppie”, “poes” of ook wel “ga uit dat gordijn!”.

De drie met de lange namen kijken me verwachtingsvol aan. Komen er snoepjes? Gaan we spelen? Van ochtendmenserigheid kun je mij niet beschuldigen. Ik trek mijn capuchon wat dieper over mijn hoofd en maak me snel uit de voeten met mijn verse bak koffie.

Aan het werk

Op weg naar boven – en naar mijn werkkamer – word ik op de voet gevolgd door mijn harige trio. Wanneer ik mij in mijn bureaustoel vlij, springt Nicolai op mijn bureau en kruipt in zijn mandje en Anastasia klimt op de boekenkast. Zij kennen hun plek. Isadora heeft ook een eigen mandje op mijn bureau (ik geef toe dat er voor mij niet al te veel plek over is), maar zij is er niet van overtuigd dat ze rustig moet zijn terwijl ik mijn todo-lijst van de dag doorloop.

Onrustig en bezorgd loopt ze net voor en soms óp mijn toetsenbord op-en-neer: ‘Gaan we nog wel spelen vandaag?’ Isa is er – zoals elke andere dag – niet gerust op. Voor de zekerheid tikt ze wat willekeurige zaken in mijn Word-document. jhd Uhsuhe weweguiw 636372 hjs 78632hnb ekjhf87 – de diepere betekenis ontgaat mij en de essentie van mijn projectplan is met die tekst ook wel een beetje verdwenen. ‘Nee!’ zeg ik tegen Isa. Maar dat woord bestaat voor haar nog niet. ‘Kappen nou!’ roep ik – bijna smekend – maar ook dat kan rekenen op een nietszeggende en licht brutale blik.

Voor de zoveelste keer deze week geef ik het op. Ik pak mijn pen en een schrijfblok en besluit op papier verder te gaan. Driftig pen ik visionaire gedachten (zeg ik) en baanbrekende ideeën neer in mijn boekje. Driftig probeert Isa mijn pen te vangen met haar mini-pootjes en mijn papier te bedekken met haar mini-kont. AAAAH!

Pauze

Gelukkig is het inmiddels tijd voor de lunch. Zodra ik opsta, komt het terrible trio in actie. Als een dolle rennen ze achter me aan. Om ze even wat ruimte te geven, doe ik de balkondeuren open, zodat ze naar buiten kunnen. Ondertussen bak ik een eitje. De geur van het eitje doet de zonneschijn en buitenlucht direct vergeten. Als één kat miauwen ze me tegemoet: ‘Wij willen ei. Geef ons ei.’  Dat krijgen ze natuurlijk niet. Maar om het een beetje goed te maken, geef ik ze wat snacks in hun snackpuzzel. Niet dat het voor hen een puzzel is. Ze weten allang hoe ze het systeem moeten kraken: even duwen en alle snoepjes liggen op de grond. Isa kijkt het allemaal met grote ogen aan en is erg enthousiast dat haar broer en zus het zo gemakkelijk voor haar maken. Grote-katten-snoepjes… Yes!

Even respijt… even

Even snel eten en dan weer naar boven. Ook nu lopen ze gezamenlijk achter me aan. Nicolai neemt weer plaats in zijn mandje, Anastasia klimt weer op de kast en Isadora is gelukkig heel even zoet met haar eigen spiegelbeeld. Van die tijd maak ik gebruik om te knallen met mijn werk. Heel lang kan ik er niet van genieten. Isadora is namelijk willekeurig. Keihard spelen, keihard slapen, heen-en-weren voor mijn toetsenbord, op mijn schouder liggen, mijn haar aanvallen, mijn pen, mijn scherm, het touwtje van mijn onesie, mijn haar, mijn wimpers, liggen op mijn hoofd, dan weer op mijn schoot, niet goed, dus dan weer op mijn voet. Ik.Word.Gek.

You win!

Honderden Nee’s en Stop en Aaaaah’s later is de werkdag voorbij. Twee uur later dan ik gepland had en met net iets minder todo’s weggestreept dan ik gehoopt had. Ik pak Isadora op en geef haar een voorhoofdkus. Ze pakt mijn gezicht beet met haar kleine en vreselijk zachte pootjes. Samen lopen we naar beneden. Achter me aan komen ook Nicolai en Anastasia. Het is eindelijk tijd om te spelen. Een stokje met een touwtje eraan, waar de veer allang vanaf is gesloopt is voldoende. Met z’n drieën rennen ze er als een dolle achteraan: over de bank, achter de kast, door de lawaaitunnel. Diep gelukkig kijken ze. En als ik – na 10 minuten met het stokje door de kamer te hebben gerend – pauze neem, kijken ze me vol verwachting aan: ‘We zijn toch niet klaar?’ Nee, we zijn nog niet klaar. Ik ren nog wel even.

Het leven met katten is een groot feest. Maar soms… soms is het ook wel vermoeiend.


Dit artikel is 5.640 keer gelezen | Geschreven door