Onlangs haalden we een moeilijke bange kat uit het asiel. Tony moest weinig van mensen hebben, maar geef ‘m een lekker hapje en een pingpongbal om mee te ‘flipperkasten’ en je komt steeds dichterbij… 

Na een paar weken zijn vriend en ik nog steeds blij dat we de uitdaging met een ‘moeilijke asielkat’ zijn aangegaan. De onwennigheid neemt duidelijk af: onze angsthaas heeft zich ontpopt tot gordijnklimmer, bedspringer en wasmandgraver. Echt een speelse jonge kat. De televisie bezorgde onze Tony echter de schrik van zijn leven. Veertig inch aan bewegend beeld! Zoek dekking!

‘Oh die, die ken ik, die is van de tonijn’

Hij begint ons te herkennen en ook te vertrouwen. Komen we binnen, dan is er na de initiële schok de blik die zegt: ‘Oh die, die ken ik, die is van de tonijn’. Van al aanwezige poes Storm leert hij huiskattendingen. Pootjes wassen doe je in de vensterbank, observeren doe je vanaf de rugleuning van de bank en je komt alleen op het aanrecht als de baas niet kijkt.

Ondersteboven op het tapijt

tony-rollen2Als ik onze ‘oude theemuts’ Storm aai, gaat Tony ernaast liggen met alle vier de pootjes in de lucht. Hij wil meedoen en stelt zich op die manier onderdanig op tegenover de huispoes, die zichzelf toch altijd al behoorlijk op een voetstuk plaatste. Zijn gerollebol is ongelooflijk schattig, dus voor je het weet lig je saamhorig met z’n vieren plat op het tapijt. Maar Tony aanhalen, dat mag nog niet. De eerste mijlpaal is daarin al wel bereikt: hij heeft aan m’n hand gesnuffeld!

Flipperkastpoes

Pingpongballen, Tony kan er geen genoeg van krijgen, zei het asiel. Dus toog ik naar Intersport. Nu ligt het hele huis vol met WK-oranje pingpongballen en flipperkast katlief zich er een weg doorheen. (Man in de winkel: “U kunt uw kat zelf tegenwoordig ook oranje verven hè, burhurhur…” Ik besloot niet te reageren.)

Nu hij aan het huis begint te wennen passen we de praktische dingen stapje voor stapje aan. Zijn veilige plekje in de slaapkamer is nog wel voorzien van een eigen kattenbak, maar het eten en water is verplaatst naar de keuken, waarvan hij inmiddels dondersgoed door heeft dit dé plek is voor lekkere hapjes.

101 bijnamen

Je wilt het niet, maar het gebeurt toch. Een kat krijgt koosnaampjes. Ik hoor het mezelf zeggen: Toon, Toontje, Tony, Stonie, Spookje, Spokie en tijdens een oosterse maaltijd zelfs ‘glijze poes’. De gekste combinaties verlaten mijn mond bij de aanblik van al die schattige poezigheid. (Poekiewoekiebedoekie! Ik ontken alles.)

Hoe zou het voelen, de zachte vacht achter zijn oortjes, zijn flanken? We weten het (nog) niet. Misschien wordt onze asielkat wel nooit een knuffelkat, maar het heeft er alle schijn van dat hij een affectief karakter heeft. Tsja, zou jij direct op schoot gaan liggen bij één of andere grote enge diersoort die je enkel kent van vangnetten? ;)

Lees binnenkort het vervolg!


Dit artikel is 5.278 keer gelezen | Geschreven door