Elke keer dat ik de deur achter me dichttrek, check ik even of er geen kat achter me aan komt. Wanneer ik de deur naar buiten opensla, houd ik in de gaten of er niet stiekem een kat probeert te ontsnappen en wanneer ik een boterham met leverkaas eet, bewaar ik de vetrandjes op een bordje. Alleen heb ik waar ik nu ben helemaal geen kat. Maar het rekening houden met harige huisgenoten zit er gewoon diep ingebakken. En ik mis ze inmiddels onwijs.

Witte stranden, palmbomen, cocktails en een azuurblauwe zee die therapeutisch aanvoelt. Vier weken vakantie op Aruba, is vier weken genieten van dat alles en meer. En ik geniet ook hoor, dat geef ik toe. Maar jeetje, wat mis ik mijn katten zeg en wat zou ik het heerlijk vinden als ze ook hier konden zijn.

 4 lange weken

Nog vóór mijn vakantie miste ik de drie musketiers al. Weten dat je het een maand  lang zonder hun gesnuffel, geslaap, gespeel, gemiauw en in algemene termen katten-druktemakerij moet doen, is geen supervooruitzicht. Een maand is lang. Het kattengeheugen niet helemaal te vertrouwen. Herkennen ze me straks nog wel?

Er wordt op ze gelet

Uiteraard hebben we ze goed verzorgd achtergelaten: een huis-sitter, die ons een paar keer per week up-to-date houdt van hun avonturen (lang leve het internet) en het erg naar haar zin heeft met onze 3 pluizenbollen.

Met dank aan deze huis-sitter hoefden we de twee dames en ene heer ook niet naar een andere locatie te brengen. Wat fijn is, want katten houden helemaal niet van verandering. Dat mijn huis zelf nu ook niet aan z’n lot is overgelaten, is een mooie bijkomstigheid.

En het tijdelijke kattenvrouwtje vermaakt zich – gezien de foto’s en verhalen – prima met Anastasia, Nicolai en de kleine Isa. Gelukkig maar.

Er waren er 20

Op Aruba logeer ik (samen met mijn vriend-waarmee-ik-getrouwd-ben) bij mijn ouders. Zij hadden ooit 20 katten. Een deel was komen aanlopen, een deel was hier gedumpt, een deel had mijn moeder uit het asiel hier getrokken. Eén voor één heeft mijn moeder de 20 halfwilde katten gevangen, naar de dierenarts gebracht en laten steriliseren. En deze halfwilde buitenkatten lieten zich niet gemakkelijk vangen hoor. Maar ze kreeg het voor elkaar.

En toen begonnen ze te verdwijnen. Eentje werd aangereden, een ander kwam gewoon nooit meer terug, nog eentje werd waarschijnlijk vergiftigd en weer een ander werd ziek.

Langzaam maar zeker gingen mijn ouders van 20 katten, naar 10, van 10 naar 5 en de laatste keer dat ik hier was, was er nog maar eentje. Ook die laatste is nu weg. En toen ook de hond overleed na een heel naar sterfproces, besloot mijn moeder dat ze het even had gehad met huisdieren. Het huis is nu diervrij (als je de incidentele spin, bij of hagedis die binnendringt niet meetelt) en dat is stil en saai joh.

Teren op anderen

Ik moet nog even dit katloze leven leiden. Want ik zal nog echt 1,5 week moeten genieten van zon, zee, strand en cocktails. Ik klaag niet hoor trouwens. Om toch aan mijn dosis kat te komen, bezoek ik mijn oma (die 3 kittens heeft) en probeer ik de kat van de buren te lokken met stukjes beleg. Dat laatste nog zonder succes overigens, al staat hij me wel toe hem van een afstandje te bewonderen.

En natuurlijk houd ik de avonturen van onze huis-sitter bij en bekijk keer op keer de foto’s van onze eigen katten, terwijl ik duim dat ze het me niet al teveel kwalijk nemen, maar ons in de armen springen wanneer we weer door de voordeur lopen. De kans is heel klein natuurlijk – dikke kans dat ze ons nu maar stom vinden – maar ach, laat mij lekker fantaseren.

 


Dit artikel is 4.586 keer gelezen | Geschreven door

Over de auteur

Kattenvrouwtje, nerd, Star Trek (Janeway), Xena, serieel site producer.