“Ik hou niet zo van katten,” zei mijn nieuwe lover. “Ze zitten op mijn auto en lopen in mijn tuin, ik heb er gewoon niets mee.”

Uitspraken die me bijna deden beslissen om hem de deur weer uit te zetten. Maar ergens wist ik wel dat mijn allerliefste kattenkinderen hem zouden overtuigen om lid te worden van hun personeel. Ik gaf hem dus toch een kans.

Kattengeschiedenis

Bij mijn ouders thuis begon het met Gabby. Die heb ik overigens niet meegemaakt. Misschien maar goed ook, want zij liep uiteindelijk weg van huis. Ik was waarschijnlijk jaren blijven zoeken. Toen kwamen Binky en Sammy. Binky sliep het liefst in mijn barbiebed en Sammy was vermoedelijk een voorouder van een van mijn huidige katten, Yoda. Net zo onberekenbaar, maar bij vlagen zo schattig dat je hem met liefde al zijn krabbels vergaf. Toen kwam Scooby. Scooby had een hekel aan alles en iedereen, maar niet aan mijn vader. Bij hem lag ze graag op schoot. In de periode dat wij Scooby hadden, hebben we ook nog een paar jaar (veel te kort) lol gehad om Jimba de clown. Die lag bij de buren in bed te slapen, kwam soms dagen niet thuis en maakte deuren open door aan de deurknop te gaan hangen. Vervolgens ging ik het huis uit en kwamen Lara en Harri. En nu zijn er uiteraard Yoda en JarJar. Kortom: als je bij mij over de vloer komt, kun je maar beter een beetje van katten houden.

Even wennen

De eerste keer dat vriendlief bleef slapen sprong hij een meter de lucht in toen er een kat vanuit de vensterbank op bed sprong. Moet je eens nagaan hoe hij reageerde toen er voor het eerst een paar nagels in zijn tenen gepland werden. Het heeft een paar weken mogen duren, maar uiteindelijk stak hij toch aarzelend zijn hand uit om zich te laten besnuffelen. Schoorvoetend zocht hij contact met de huistijgers. En zij met hem. Het was, en is nog steeds, een geweldige relatie om te observeren. De man die zo stellig zei dat hij niets van die harige wezens moest weten zet nu een heel lief, klein stemmetje op als hij tegen ze praat.

Eén met de katten

“Goedemorgen kleine” hoor ik hem lieflijk zeggen tegen JarJar. “Kom je nog even kroelen Yoda?” om 6.45 uur ‘s morgens. Ik bespeur zelfs wat teleurstelling als ze ‘s avonds niet even bij ons komen liggen. Hij lijkt wel één geworden met de katten. Als een ware panter sluipt hij over de bank om met ze te spelen. Nog even en hij gaat zelf spinnen als hij het naar zijn zin heeft. Het lijkt me evident: hij miauwt nu wel van katten.


Dit artikel is 4.766 keer gelezen | Geschreven door

Over de auteur

Nancy, Nance voor intimi, 35 lentes jong. Bediende van Yoda en Jar Jar. 2 lieve asielkatten die nog steeds iedere dag kleine stapjes maken. Werkzaam als teamleider binnendienst en naast katten ook dol op alles wat te maken heeft met beauty, lifestyle en voetbal.