Het eetgedrag van onze lieveling drijft ons, of we nou droge brokken, blikvoer, klaar vers vlees of rauwe botten serveren, tot wanhoop. Hoe komt dat en wat kunnen we er aan doen?
Laat maar staan. Die eet wel als het honger krijgt.
Dat is vaak het eerste en meteen ook het slechtste advies wat je krijgt. Bij mensen kan dit misschien zo werken, bij katten zeker niet. In Feline Behavior staat dat er zelfs gevallen bekend zijn van een moederpoes die onder dergelijke omstandigheden haar eigen jongen op at. Er zijn 3 redenen waarom het een slecht advies is:
Slecht in ontgiften
Een kat eet niets wat het niet vertrouwt. Een kattenlijf kan schadelijke stoffen niet goed afbreken. Je lieveling is dus met goede reden van nature voorzichtig met wat het eet. Je kat sterft nog liever van de honger dan een onacceptabele maaltijd te eten.
Alleen vers
Je kat houdt van vers voer, het is een jager die de gevangen prooi meteen opeet. Een hond lust ook wel een oud kadaver, een kat niet. Hoe langer het voer staat, hoe minder aantrekkelijk het dus wordt. Bewaar brokjes in een goed afgesloten ton en haal er steeds voor een week wat uit in een kleiner afgesloten bakje. De grote ton hoeft dan niet zo vaak open zodat er minder zuurstof bij komt.
Leververvetting
Het kattenlijf heeft nog een eigenaardigheid waar dit advies geen rekening mee houdt: als een kat 1 dag niet eet MOET er wat naar binnen anders komt de kat in een neerwaartse spiraal.
Als er niet gegeten wordt haalt het lichaam zijn energie uit de vetreserves. Bij katten (vooral dikke katten) wordt niet al dit vrijgemaakte vet verbrand. Een deel ervan wordt opgeslagen in de lever. Hierdoor wordt de kat ziek, gaat minder eten, krijgt nog meer vet in de lever en zo gaat het van kwaad tot erger. Leververvetting is een levensbedreigende aandoening. Laat het zover niet komen.
Zorg dat je kat elke dag wat binnen krijgt en ga naar de dierenarts als dat 2 dagen achter elkaar niet gelukt is. Dan is de kans op herstel het grootst.
Hoe moet het dan wel?
Probeer je eens te verplaatsen in de wereld van de kat. Hoe eet een kat in het wild?
Muizenvanger
Een wilde kat vangt muizen (en andere beestjes). Een beetje kat heeft er ongeveer 10 per dag nodig om in de energiebehoefte te voorzien. Die muizen worden niet achter elkaar gevangen. Een kat eet dus eigenlijk 10 maaltijdjes per dag. Als je kat dus maar een paar brokjes per keer eet is dat heel natuurlijk gedrag. Niets om je ongerust over te maken.
Solitaire jager
In tegenstelling tot leeuwen is de huiskat van nature een solitaire jager. Logisch dat je je vangst dan ook in je eentje opeet (moeders met jong uitgezonderd natuurlijk). Heb je meerdere katten in huis, serveer de maaltijden voor de katten dan in verschillende ruimtes of zet op meerdere plaatsen bakjes met brokjes neer. Als je katten wel samen eten is dat geen bewijs dat ze het prettig vinden. Ze hebben gewoon geen keus!
Temperatuur en geur
Een verse muis is ongeveer 37 graden. Je kat krijgt het natvoer dus ook graag geserveerd op lichaamstemperatuur. Bovendien komt de geur dan nog beter vrij. Het reukvermogen is bij katten en honden beter ontwikkeld dan bij mensen maar de smaakwaarneming is bij mensen beter. Hoe het voer ruikt is dus erg belangrijk voor een kat. Nieuw onderzoek toont overigens aan dat sommige katten, als ze de keuze hebben, liever visuele informatie over hun voedsel hebben dan geur.
Gevoelige neus
Als het aan de kat lag stond haar eten niet naast de kattenbak. Moet je je voorstellen: kom je een restaurant binnen, zegt de bediening: “Ja het is een beetje vol maar op het toilet heb ik nog wel een plekje voor je!”. Sommige katten zijn zo gevoelig dat ze de geur van het schoonmaakmiddel ruiken waarmee het etensbakje afgewassen is. Als dat een afstotend luchtje heeft zoals b.v. citroen kan je er voor die kat opleggen wat je wilt maar opeten ho maar!
Knoei ook niet met het eten. Stop er geen medicijnen in. Je kat kan er een hekel voor het eten van krijgen. Geef medicijnen altijd apart van de maaltijd. Mix geen extra lekkere dingen door het voer wat je kat niet wil eten. Je verwent je kat met het lekkers en de kans dat het later zonder dat lekkers gegeten wordt is niet groot.
Drankje erbij?
Bij mensen gaat eten en drinken vaak samen. Gezellig! Een wilde kat krijgt het meeste vocht binnen via de prooien die gevangen worden. Los daarvan nemen ze eens een slokje als ze toevallig water tegenkomen. Zet de drinkbakjes daarom verspreid door het huis, bij voorkeur langs de looproutes. Drinken is immers belangrijk voor de gezondheid. Vooral bij een menu met droge brokjes.
Wat vindt poeslief lekker?
Eet je kat het bordje de ene dag schoon leeg om het de volgende dag bij de eerste snif de rug toe te draaien? Heb je alle soorten en merken geprobeerd maar haalt je kat overal de neus voor op?
De voedselvoorkeur van je kat is voornamelijk in de eerste 6 maanden gevormd. Datgene wat je kat toen te eten kreeg van de moederpoes of de menselijke verzorgers blijft favoriet. Variatie in smaak en textuur is in deze periode erg belangrijk.
Zonder variatie in de eerste 6 maanden bestaat het gevaar dat je kat slechts 1 of 2 smaken lust. Als de fabrikant dan de samenstelling iets veranderd (wat vooral bij blikvoer nog wel eens gebeurd) heb je een probleem. Ook als je kat op een dieet moet vanwege medische problemen zal dat niet meteen gegeten worden.
Voedselvoorkeur kan je herkennen aan het gedrag: Een kat likt of ruikt altijd eerst aan het eten. Als daarna de lippen gelikt worden en de kop gewassen betreft het een heerlijk maaltje. Als de kat echter de neus aflikt is het ok maar niet geweldig. Afhankelijk van hoeveel trek de kat heeft wordt het wel of niet genuttigd.
Je kan je kat wel wennen aan nieuw voedsel. Is je kat gewend aan variatie dan heeft ze liever een nieuwe smaak. Als de nieuwe smaak minder lekker is, is dat echter van korte duur. Als je kat niet gewend is aan variatie moet je heel geleidelijk overschakelen op nieuw voedsel. De eerste 2 weken doe je 20 a 25% van het nieuwe voer door het oude voer. Goed mengen! Daarna 2 weken weer 20 a 25% erbij en zo door totdat de hele maaltijd bestaat uit het nieuwe voer.
Of je kat iets lekker vindt hangt volgens onderzoek daarnaast af van heel veel factoren zoals: de intensiteit van geur, textuur, smaak (spek, karton!, kip, ei, vet, vis, lever, vlees, plastic! en vele andere), uiterlijk, productieproces en natuurlijk de (kwaliteit van de) ingrediënten. De hoofdbestanddelen zijn eiwitten, vetten en koolhydraten. In 2010 heeft men onderzocht in welke verhouding katten dit het liefst hebben door ze het zelf samen te laten stellen.
Helaas heeft je kat thuis deze luxe niet. Die is afhankelijk van wat jij meebrengt. Daar sta je dan: Keus uit veel verschillende merken met per merk weer vele smaken en doelgroepen. De fabrikant moet namelijk een product ontwikkelen dat het dier lekker vindt en door eigenaar gekocht wordt. Dat is ook niet makkelijk: Er zijn heel veel huisdieren, verschillende rassen, geslacht, leeftijd, afmetingen, activiteitniveau, aantal in huishouden en vele verschillen in menselijke families (inkomen, leeftijd, woonomgeving, aantal dieren, relatie met het dier).
Jij koopt vaak op basis van prijs, verpakking en reclameslogans. De inhoud van de verpakking wordt mede bepaald door Europese richtlijnen. Daarnaast zal de vraag naar biologische, natuurlijke, duurzame en eerlijke producten toenemen. De klant is geneigd minder te besteden maar verwacht wel luxe en goede kwaliteit producten. Daarnaast voorziet met een toenemende vraag naar graanvrije en glutenvrije diervoeding en vers vlees voeding. Dit blijkt uit het Marketingrapport Dierenspeciaalzaken 2015.
Dus, wat moet ik nou doen?
- Let erop dat je kat elke dag wat eet. Eet je kat 2 dagen niet, ga dan naar de dierenarts.
- Koop voer van een goede kwaliteit wat geschikt is voor jouw kat (ras, leeftijd, binnen/buiten, gecastreerd, etc.)
- Bij de bekendere merken kan je vaak kleine verpakkingen voer aanvragen om uit te proberen. Likt je kat de neus af dan kan het er mee door. Likt je kat de lippen af en wast ze de kop dan was het heerlijk.
- Als je kat niet gewend is aan variatie, schakel dan langzaam over op het nieuwe voer.
- Bewaar brokjes in een goed afgesloten ton en gebruik een kleiner bakje voor dagelijks gebruik.
- Zet voer niet binnen 1 m van de kattenbak of drinkbak.
- Meng geen medicijnen door het voer.
- Voer meerdere katten niet vlak bij elkaar.
- Serveer het natvoer op lichaamstemperatuur.
- Als je kat echt niets eet, probeer dan eens of het aan de geur van het afwasmiddel ligt waar het bakje mee afgewassen is.
Tot slot: meten is weten. Stap bijvoorbeeld 1x per maand even samen op de weegschaal en trek je eigen gewicht eraf. Valt je kat af of komt er gewicht bij neem dan even contact op met je dierenarts.