Tony is al zo’n anderhalf jaar man-af. Althans, daar verzekerde het asiel me van. Toch begin ik nu zo mijn twijfels te krijgen.
Tony is namelijk verliefd. Tot over zijn anderhalve oren (hij heeft één half oortje, dat doen ze met wilde katten die ze van plan zijn weer buiten uit te zetten – maar Tony kwam hier terecht).
Verliefd dus, en niet te zuinig ook. Op een wit dekentje dat ik in een grijs en ver verleden een keer in een Yves Rocher-pakketje cadeau kreeg. Het is verwassen en er zit zelfs een heus brandgat in ergens. Maar Tony ziet er iets heel anders in: een vrouwelijke metgezel.
Hij laat er geen gras over groeien
Elke avond rond de klok van zeven uur bespringt Tony het dekentje. Hij kneedt haar, luid spinnend, en gaat er dan eens lekker voor liggen. En zitten. En humpen. En euh… ja. Hij laat er geen gras over groeien. Daarna rolt hij zich tevreden om en valt in een diepe slaap.
Dus, zit ik net lekker met mijn bezoek aan tafel, komt Tony even zijn ding doen recht voor je neus. Hij kijkt wat schuldbewust naar mijn gezelschap en ik krijg lichtjes het schaamrood op de kaken. ‘Ja, dit doet hij de laatste tijd wel vaker…’.
Waarom doet hij dit?
Is het een soort van niet te stoppen aandrang die ook een castratie niet kan voorkomen? Is het liefde op het eerste gezicht? Waarom het dekentje, waarom niet, ik noem eens iets: de kussentjes op de bank, mijn andere kat of mijn pantoffels?
Het is niet erg hoor Tony. Geniet er maar van.