Ondanks alle liefde en aandacht die een kat kan ontvangen, kunnen klitten en vilt opeens ontstaan zonder dat het personeel er erg in heeft. Ook bij een huis-tuin-en-keukenkat.
Toos treft het: ze is een dame-op-leeftijd – bijna 18 jaar (88 jaar in mensenleeftijd) en woont in een heus tuinhuis. Ze is daarnaartoe verbannen toen het nieuwe vrouwelijke lid van het personeel begon te huilen en te proesten als ze dichterbij kwam: allergisch voor katten, helaas! Dat personeel mocht in het huis blijven wonen en Toos verkaste naar het tuinhuis.
Niet dat dat heel erg is, hoor. Ze is daar van alle gemakken voorzien: eten en drinken, warme slaapplekken, krabpalen en kattenbakken en een kattenluik. Hierdoor heeft ze alle vrijheid om de tuin te inspecteren als ze daar zin in heeft of binnen te blijven als dat fijner is. Als ze behoefte heeft aan menselijk contact, hoeft ze maar bij de keukendeur te staan en het personeel komt met haar spelen.
Klitten zo hard als schubben
Het personeel begrijpt nog steeds niet hoe het kan, maar opeens waren ze er: klitten overal in de vacht van Toos. Ze waren zo hard en zaten zo vast op de huid, dat er met geen mogelijkheid met een kam doorheen te komen was.
Toos had dat zelf als eerste door. Aan het poetsen van haar vacht begon ze niet eens meer: er was geen doorkomen aan. Bovendien valt dat niet mee voor een dame-op-leeftijd: je bent wat kouwelijk in de botten, wat kortademig en je stramme spieren werken ook niet meer zo mee.
Ook de vrouwelijke dierenarts begon er niet aan. Ze moesten maar op zoek naar een trimmer die haar van haar pijnlijke vilt afhielp. Als deze dame daarvoor onder narcose moest worden gebracht, zou dat te gevaarlijk zijn: te veel risico.
Kattenkapper aan huis
Na enig zoeken op internet ontbood het personeel mij bij Toos aan huis. Voor deze ene bijzondere keer mocht Toos binnenkomen, in de computerkamer. Het allergische personeelslid had een pilletje geslikt en nam snel de benen na het kennismaken met de kattenkapper en het installeren van de trimspullen.
De andere personeelsleden bleven er wel bij. Het besluit was snel genomen om Toos te scheren. Dat vond Toos zelf ook niet erg: ze bleef ontspannen op de tafel liggen, terwijl een van de kinderen steeds de geschoren haren in een zakje verzamelde. Ondertussen vertelde ik hen hoe kattenharen groeien en hoe anders dat gaat als met mensenhaar. Heel interessant vonden ze dat.
Zo klaar!
Toos was binnen het uur helemaal klaar. Het ging perfect, ze bleef rustig en gaf tussendoor zelfs kopjes. Na afloop ging ze zich genoeglijk zitten wassen; ze kon nu eindelijk zonder pijn bij alle plekjes, ook de moeilijk bereikbare. Narcose bleek helemaal niet nodig.
We lieten haar achter met water en brokjes. Dan kon ze in alle rust bijkomen van het kappersbezoek. Daarna mocht ze weer naar haar eigen tuinhuis.
Kacheltje aan
Die avond ging het sneeuwen. Het was best koud en ik vroeg mij af hoe het met Toos ging. Dus mailde ik de volgende ochtend het personeel. Dat vond het natuurlijk erg zielig: zo’n kale Toos hadden ze nog nooit gezien. Maar ze snapten wel dat het voor haar beter was: Toos is zo snel en zonder narcose van die pijnlijke klitten verlost en ze kan zich nu weer vrijuit bewegen zonder belemmeringen.
‘Wel hebben we ’s avonds een extra kacheltje in de schuur gezet’, schreven ze. ‘Toos lijkt het prima te vinden, maar komt af en toe wel ‘klagen’ aan de achterdeur, hoewel ze dat voor die tijd ook al deed…’
Dat is natuurlijk logisch. Een dame-op-leeftijd heeft aandacht nodig, vooral van haar personeel. En als dat personeel die aandacht niet komt brengen, komt ze dat wel halen. Zo doortastend is Toos nog wel, ondanks haar hoge leeftijd!