Ze hadden nog geen idee wat er ging gebeuren. Dat is soms het nadeel van katten: hoeveel je ook tegen ze praat, echt Nederlands leren is er niet bij. Met snoepjes lokte ik ze richting de benedenverdieping waar alle mandjes klaarstonden. Isadora, Nicolai en Anastasia renden nietsvermoedend de kamer in, happig op de lekkere hapjes.
De eerste die onraad rook was Isadora. Eén blik op de mandjes was genoeg om een vluchtpoging te doen richting trappenhuis. Snel stak ik er een stokje voor en sloot de deur net voor haar neus. Maar dat was voor Isadora slechts het begin van haar ontsnappingsplan. Achter de houtkachel, onder de tafel, zeker 5 minuten lang dwong ze mij achter haar aan te rennen, terwijl ik de andere twee al in een mandje had geduwd.
Gillende katten
Nu moest ik de drie harige kattenkids de auto in zien te slepen. Gelukkig stond mijn bolide precies aan de overkant, dus heel ver hoefde ik niet te lopen. Om beurten nam ik ze mee naar buiten en zette ze in de auto. Voorbijgangers keken me licht beschuldigend aan – vond ik – elke keer dat ik langsliep met een gillende kat.
Drie keer de trap op, drie keer de trap af. Twee mandjes achterin, één mandje op de passagiersstoel, alle mandjes met een stoelriem eromheen geknutseld.
Rijden en arriveren
Een half uur duurde de rit. Een half uur in de auto met kattenkoor Karrespoor dat op luide maar melodieuze wijze duidelijk maakte niet tevreden te zijn met dit onverwachte tripje.
Maar eindelijk arriveerden we dan in hun nieuwe huis. Anders dan in de oude woning konden ze direct naar buiten kijken door grote ramen die twee etages hoog zijn. Zodra ik ze had vrijgelaten uit hun reismandjes (waaruit ze wegrenden alsof ze er zelf uit ontsnapt waren), deden ze dat dan ook. Alle drie volledig gefascineerd door het uitzicht op het terras aan het water op de begane grond, de vijver vanuit de woonkamer en de vogels vanaf het dakterras.
Zo gefascineerd, dat ze even vergaten ontevreden te zijn met wat hen allemaal was overkomen.
Hoeveel volgers heb jij?
De twee weken die volgden had ik zelf ook volgers. Waar ik ook ging, mijn drietal liep achter me aan. Nu zijn het altijd gezellige diertjes, maar nu waren ze vooral licht overstuur en konden daardoor niet dicht genoeg bij mij zijn. Op de bank lagen ze dicht tegen elkaar en mij aan. In de keuken kwamen ze bij me zitten. In mijn kantoor, staarden ze mij vanaf verschillende kasten geschrokken aan. Ze bedelden om knuffels, miauwden om aaitjes, spinden als een jet motor.
Buurten
Inmiddels zijn we 4 weken verder. Niet alleen zijn de dolle drie gewend aan het nieuwe huis, ze hebben er al gekotst (wat overigens van de verhuizingsstress kan komen), een eigen kamer gekregen en zijn zelfs even op het dakterras geweest. Dat leverde grote ogen op en een bezoekje aan de terrassen van de buren natuurlijk, want voor katten bestaat er geen bezit.
Binnenkort hoop ik een deel van mijn buitens katveilig te maken, zodat ze altijd lekker naar buiten kunnen, zonder dat ik ze kwijtraak. Ik verwacht dat ze daar heel blij van worden, want dat ze jaloers zijn op de buurkatten die wel vrij rondlopen, is duidelijk. Al kan het ook wel zijn dat het gestaar met grote ogen komt omdat ze de buurtkat een mep willen verkopen. Wat ik ook prima vind, al zijn de buurkatten best schappelijke lui.
Katten kunnen dat
Al met al hebben ze de verhuizing overleefd en zijn ze ook weer lekker zeker van zichzelf en zo zie ik ze het liefst. Ja, zo’n verhuizing is even schrikken, maar katten zijn bikkels, die kunnen wel wat hebben.