Door de jaren heen zijn ik en de mensen om mij heen steeds meer kattenwoorden gaan gebruiken. Een soort van jargon. Per ongeluk ontstaan door het hebben van katten.
Het hek is van de dam: bange Tony is helemaal los. Hij spit plantenbakken om, ving zijn eerste vogeltje via het raam (!) en komt vervolgens behaaglijk tegen je aan kroelen om het goed te maken.
Eindelijk is het dan zover: onze moeilijke bange asielkat Tony laat zich aaien... en niet te zuinig! Eigenlijk doen we tegenwoordig alles samen. Hij wacht zelfs op me voor de deur van het toilet.
Onlangs haalden we een moeilijke bange kat uit het asiel. Tony moest weinig van mensen hebben, maar geef 'm een lekker hapje en een pingpongbal om mee te 'flipperkasten' en je komt steeds dichterbij...
Sinds kort hebben mijn vriend en ik een 'moeilijke asielkat' in huis. Zo eentje die niet direct met opgeheven staart naar iedereen toe komt, om het zacht uit te drukken.