Het leven van een Bengaal is soms niet makkelijk. Niet omdat de Bengalen bij ons niet thuis niet goed gevoederd, voldoende geaaid of verzorgd worden, maar omdat ze niet op eigen houtje naar buiten mogen. En dat kan vooral de stoere Bengaalse kater niet waarderen.
Niet naar buiten
Geef hem eens ongelijk. Er is natuurlijk niets fijners om als kat de deur uit te wandelen en in de zon te rennen en te springen. Even een paar uur goed uitleven en dan weer terug naar huis voor een bakkie eten en een beetje water.
Dat mogen die katten van ons helaas niet. ‘Wat zielig en wat vreselijk!’ zal je nu misschien denken. En ook dat is gerechtvaardigd. Als het mooi weer is, hoort een kat natuurlijk een beetje leuk buiten te lopen. Maar dat kan niet altijd met Bengalen.
Raskatten
Het zijn nu eenmaal raskatten die veel geld kosten. Voor je het weet pakt iemand anders zo’n kat op en verkoopt jouw exemplaar voor een paar honderd euro. En nee, het valt niet mee. Uit mijn omgeving ken ik zeker drie, vier verhalen van mensen die op zo’n manier hun raskat zijn kwijt geraakt.
Bovendien is onze kater een bijzonder aanhankelijk kattenexemplaar die iedereen aardig vindt en bijzonder houdt van aandacht. Een goede eigenschap – absoluut waar – die er voor zorgt dat hij dus ook met iedereen meewandelt. Geen goed idee, aangezien ik best op de kater gesteld ben geraakt.
Dan is het inderdaad heel zielig als je ‘m achter het raam ziet miauwen.
Glijbaan
Daar hebben we nu een oplossing voor. En die oplossing is gekomen – met dank aan een verhuizing – in de vorm van een grote tuin. Met een lelijke glijbaan die de vorige bewoners hebben laten staan. Die lelijke glijbaan blijkt een geluk bij het ongeluk, want laat dat ding nu geschikt zijn om iets aan vast te maken.
Riempjes
Bovendien hebben we riempjes met een héél lang draad in de kast liggen. Even vastklikken aan de tuigjes van de katten en klaar zijn ze. Eindelijk kunnen ze iedere dag naar buiten. Niet zover als de kater zou willen, maar wel lang en ver genoeg om op avontuur uit te gaan. Is tot nu een groot succes. Voor de kater dan. De poes heeft het na een uurtje wel weer gezien in het gras. Maar de kater? Die springt, rent en klimt dat het een lieve lust is.
Het enige nadeel? Af en toe raakt hij verwikkeld in zijn eigen draad. Maar aangezien meneer dat zelfs spannend vindt, raakt hij daar ook niet overstuur van. Zolang hij maar buiten is. Dan kan hij ’s avonds uitgeput weer heel lang op de bank slapen. Zo slecht is het leven van een Bengaal ook alweer niet.