‘Willen jullie er niet ééntje?’ vroeg mijn schoonmoeder begin februari terwijl ik keek naar een nestje kittens die haar Bengaalse poes een paar uur eerder had gebaard. Vriendlief greep meteen in. ‘Daar moeten we nog even over nadenken.’ Maar stiekem wist ik het al. Ik wilde één van die Bengaalse kittens. En die kreeg ik. Niet één, maar twee.
Want nadat we – op aanraden van vriendlief – er op vakantie in Kenia ‘er even over hadden nagedacht,’ besloten we dat we toch één van die kittens wilden aanschaffen. En ik had ook al besloten welke kitten dat moest zijn. Dat was de enige witte van het stel. Een Seal lynx point tabby om precies te zijn. Dat zijn sneeuwbengalen met ijsblauwe ogen. Het maakte niet uit of die witte Bengaal nu een poes of een kater was. ‘Jij wilt gewoon die witte,’ grijnsde vriendlief. En daar hij helemaal gelijk in.
Van schoonmoeder mocht het. Al stelde ze ons al snel voor het volgende dilemma. ‘Maar willen jullie dan niet nog ééntje erbij? Alleen is ook maar alleen. En Bengalen vinden het leuker met z’n tweeën.’ Daar moest vriendlief ook even over nadenken. Maar bij een volgend bezoekje aan zijn moeder was hij verkocht. Aan een kater met een prachtige donkere tekening op z’n rug. ‘Doen we deze erbij,’ grijnsde vriendlief. ‘En dan noemen we ze Duo Penotti.’
Schoonmoeder was blij. Wij ook.
Inmiddels hadden we ook al namen voor de kittens bedacht. Jambo en Tsavo. Twee Afrikaanse namen die we op vakantie in Kenia bedacht hadden voor de witte Bengaal. Wel zo handig voor katten die er ergens in de verte uitzien als kleine tijgertjes. En zo eindige de witte Bengaal op met de naam Jambo en werd de donkere kater Tsavo gedoopt. Geen idee hoe blij ze er zelf mee waren, maar lekker bekt het wel.
En het fijne als het nestje kittens bij je schoonmoeder is? Dan kan je regelmatig komen kijken. Jambo bleek veruit het meest brutaal. Als eerste vertrok ze uit de doos, klom ze op de kast en verdween ze in alle hoeken en gaten waar ze maar in kon komen. Tsavo was wat rustiger en ontpopte zich als een echte knuffeldoos die dol was op het interieur van de vaatwasser.
Daar is hij nog steeds regelmatig te vinden. Ook nu hij al een tijdje bij ons woont, oefent de vaatwasser een grote aantrekkingskracht op hem uit. En een knuffeldoos is het ook. Dat wordt alleen maar erger. Zelfs poes Jambo kan er wat van. Al is zij nog steeds degene die ’t dapperst is. Onvermoeibaar laat zij aan de kater zien hoe je in lades klimt, op kapstokken staat en een beetje lekker op de tv zit.
Ze hebben het leuk met z’n tweeën. Daar had schoonmoeder helemaal gelijk in. Die heeft nu de moeder van Jambo en Tsavo laten steriliseren. Dat mag ook best na twee nestjes. En voor ons maar goed ook. Kan schoonmoeder ons ook geen moeilijke vragen meer stellen of we nog een kitten willen. Anders waren we vast opgeëindigd met tien Bengalen.