Voorbereid op enige strijd, verwachtte ik niet dat ze zelf de reismand in zou gaan. Die plotselinge sprint richting schoenenrek aan de deur vlak achter mij, kwam toch als een kleine verrassing …
Wat vooraf ging
Dwarf is onze zevende kat. In de nacht van 1 juni haalden wij haar eindelijk van straat na aardig wat mislukte vangpogingen. In mijn vorige blog lees je daar alles over. Deze keer gaat het over Dwarf, vanaf het moment dat mijn vriend en ik haar in huis haalden.
Reismand-actie
Na een kleine twee weken ‘quarantaine’ – in afwachting van haar bezoek aan de dierenarts – , was het eindelijk zo ver. Eerst moest ik Dwarf in een reismand zien te krijgen. Of eigenlijk ‘we’, want mijn schoonzusje Heidi kwam helpen. Gelukkig was zij de meest verstandige van ons twee geweest, want op mijn tig keer ‘nee joh hoeft niet, ik kan het wel alleen’ reageerde zij met ‘ja, hoeft wel, ik zie je morgen om 8 uur’. Poging één deed ik alleen. Zoals ik al schreef: enige strijd had ik verwacht. Met een sprint richting het schoenenrek aan de deur had ik echter geen rekening gehouden. Via het rek ‘klom’ ze naar de overvolle bovenste planken in de berging. ‘Shit!’ ging het door mij heen, ‘hoe krijg ik haar vanaf daar in godsnaam in die reismand?!’. ‘Uhm, Heidi, je moet me even komen helpen geloof ik’. Stonden we daar in die kleine berging met een grote bench (Dwarf ’s tijdelijke verblijf) op de grond. Ik op een steile ladder om bij de bovenste planken te komen. Heidi op een krukje om te zorgen dat Dwarf niet steeds van de ene naar de andere kant sprong. Een slechte B-film was er niks bij. Uiteindelijk ging Dwarf zelf de reismand in. En stonden Heidi en ik te trillen van de adrenaline en met het zweet op ons voorhoofd. Arme Dwarf, maar ze moest en zou nou eenmaal naar de dierenarts.
Dierenartsbezoek
De eerste kennismaking met de dierenarts was kort maar krachtig: al snel was duidelijk dat mijn ‘waarschuwingen’ vooraf terecht waren geweest. De hand van de arts in de reismand voor een chipcontrole werd niet gewaardeerd. Bij het maken van de afspraak had ik natuurlijk uitgebreid over Dwarf verteld en wat ze konden verwachten. Geen mak poesje in ieder geval. Daarom ook het plan om bij dit eerste dierenartsbezoek zoveel mogelijk ‘te doen’, zodat Dwarf pas over een hele tijd weer hoeft te komen. Het programma: een pre-anesthetisch bloedonderzoek, algehele gezondheidscontrole, ontvlooien, ontwormen, checken op luizen e.d., steriliseren, inenten, chippen en testen op FIV (aids) en FeLV (leukemie). Ook andere dingen die tijdens de narcose naar boven kwamen: meteen behandelen. Een zwaar programma. Wat alleen doorging als het pre-anesthetisch onderzoek goed was. Dat was het gelukkig.
Berucht en beroemd
Toen ik Dwarf later die dag mocht ophalen, bleek ze meteen berucht en beroemd te zijn. Dwarf was namelijk in de behandelkamer in de gordijnen geklommen. Van de hoogste plank in onze berging naar de gordijnen van de dierenarts. Tel daar alle andere ervaringen bij op. Wat een dag moet dit voor Dwarf zijn geweest!
De uitslag
Beide testen waren goed: geen FIV, geen FeLV. Dwarfjes baarmoeder bleek helemaal poreus te zijn. Een volgende zwangerschap had haar dood kunnen betekenen, aldus de dierenarts. Was het niet gelukt om haar te vangen, dan was ze er nu waarschijnlijk niet meer geweest. Tijdens de narcose kwamen ze een rot tandje tegen, dat meteen verwijderd is. Met haar 2,6 kg woog Dwarf niet bepaald veel, daar mocht wel wat bij. Ze mocht mee naar huis en kreeg pijnstillers mee.
Kamertje Dwarf
Thuis mocht ze – gezond verklaard en ontdaan van vlooien etc. – naar een kamer boven. Dit zijn eigenlijk twee ruimtes. Mijn handige vriend heeft daar een hordeur tussen gezet. Zie het zo: eerst kom je via deur één ruimte één in. Daarachter zit ruimte twee (kamertje Dwarf), tijdelijk afgesloten met de hordeur. Ideaal, want Dwarf kan zo niet ontglippen en onze andere katten konden we zo nog bij haar vandaan houden. Na de eerste hersteldagen in de bench, ging de benchdeur open. Natuurlijk ging Dwarf de bench pas uit toen wij de kamer uit waren. Om zich vervolgens te verstoppen in een hoekje naast de kast. Zo gingen er wat dagen voorbij, waarin wij haar niet hoorden of zagen.
Webcam
Ik wilde weten of het goed met Dwarf ging en we waren ook benieuwd wat ze de hele dag deed. Omdat ze zich niet liet zien, kocht ik een webcam. Op de eerste filmpjes zagen we alleen maar een Dwarf in sluipgang. Tijdens het eten op haar hoede en wegschietend bij ieder geluid. Toen wij Dwarf nog buiten op straat voerden, kwam ze altijd aangerend als ze ons zag of hoorde. Haar vertrouwen wisselde wel, maar meestal kwam ze heel dichtbij. Ik heb haar mogen aanraken en altijd bleef ze bij ons zolang wij daar nog waren, ook al was ze klaar met eten. De ‘band’ die wij buiten met haar hadden, daar was niks meer van over. Zo gek vind ik dat ook niet: we hebben haar gevangen, naar de dierenarts gebracht en in een vreemde omgeving gezet. Wat een impact moet dat hebben!
Ontwikkelingen
De sluipgang ging over in een normaal loopje. Plotseling zagen wij haar ook wel eens voor het raam ‘zitten’. Dat raam loopt bijna tot aan de grond. We zagen de eerste paar keer alleen de oortjes van een in elkaar gedoken, over het randje glurende Dwarf. Op de filmpjes was te zien dat Dwarf nieuwsgierig werd. Ze ging voor de hordeur zitten, nieuwsgierig kijkend. Speeltjes waar ze de eerste tijd helemaal niet naar omkeek, werden ontdekt. Plots zat ze op de vensterbank van het raam zoals andere katten dat doen. Relaxed, naar buiten en naar ons kijkend. Als ik eten kwam brengen, wachtte ze in het begin af tot de deur dicht was. Dan pas kwam ze tevoorschijn. Nu komt ze al als ik de hordeur nog niet eens door ben. Zit ik in ruimte één achter mijn pc, dan komt ze voor de hordeur zitten. Ook snoepjes die ik daar leg, komt ze nu halen. Ze loopt niet meer weg als ik aan kom lopen. De andere katten mogen al een tijd in ruimte één, behalve als ik Dwarf ‘s kamertje in moet. Ze zitten regelmatig met hun neus tegen de hordeur aan. Liggen op de bureaustoel of in een mandje. Als ik Dwarf hoor spelen, vinden zij dat heel normaal. Op de filmpjes kan ik zien dat ze elkaar op kleine afstand bekeken hebben. Ik heb nog geen grom of wat dan ook gehoord. Dat is bij de introductie van één van onze andere katten wel eens anders geweest. Kortom: Dwarf met de andere katten samen lijkt goed te gaan. Dwarf vindt het reuze interessant als ze één van ons met een andere kat bezig ziet. Dan kijkt ze op een afstandje mee.
Eergisteren rolde ze haar balletje richting hordeur. Ze keek van mij, naar het balletje en weer terug. Echt zo van: ‘Komt er nog wat van?’. Ik pakte een balletje van mijn bureau, ging heel voorzichtig naar de hordeur en rolde hem er onderdoor. Dat vond ze leuk! Om even daarna te schrikken. Ik denk van zichzelf, alsof ze dacht: ‘Wat doe ik nou?’
Tot slot
We zijn nu 5 maanden verder. Eigenlijk moet ik beginnen met tellen vanaf het bezoek aan de dierenarts. Vanaf die dag konden we beginnen met het terugwinnen van haar vertrouwen. Ik heb namelijk altijd gedacht dat Dwarfje geen echte poes-van-de-straat is. Ze was daar helemaal niet op haar plek. Ze moet een thuis hebben gehad, ooit, in een grijs verleden. Het zit er in, diep weggestopt. Daar was en daar ben ik nog steeds 100% van overtuigd.
Dwarf heeft minimaal drie jaar op straat geleefd. Altijd in angst, altijd op haar hoede. Gezien haar wisselende vertrouwen in ons daar buiten, vermoed ik dat andere mensen niet altijd even leuk tegen haar zijn geweest. Wie weet wat ze allemaal heeft moeten doorstaan. En kijk wat ze dan in 4,5 maand heeft bereikt. Dwarf doet het hartstikke goed! De vorderingen volgen elkaar steeds sneller op. Geweldig om te zien! We doen het op haar manier, in haar tempo. Als ze maar een blije, gelukkige poes wordt die zich bij ons veilig, geliefd en thuis voelt. Hoe dan ook: Dwarfje hoort bij ons, nu, in de toekomst, voor altijd. En oh ja … die 2,6 kg weegt ze zeker niet meer.
PS: heb jij ervaring met een soortgelijke situatie? Heb je tips en trucs? Ze zijn zeer welkom!